Research
dr. Andreas Sterl
The Dutch Argo Project Page
In tegenstelling tot de snelheid van het water zijn temperatuur (T) en zoutgehalte (S) relatief makkelijk te meten. Echter, de zee is groot en diep, en er zijn maar weinig schepen, en scheepstijd is duur. Metingen van T en S zijn daarom schaars. De Argo profilers (soms ook boeien of floats genoemd) bieden hier een uitkomst. Het zijn zelfstandig opererende instrumenten. Ze zijn relatief goedkoop (± 12.000 euro per stuk), makkelijk de zee in te krijgen (overboord gooien) en ze gaan zo'n drie á vier jaar mee. In die tijd meten ze om de tien dagen een profiel van T en S tussen het oppervlak en een diepte van 2 km. Hun cyclus van 10 dagen ziet er als volgt uit: Vanuit het oppervlak gaan ze naar een diepte van 1 km. Hier "parkeren" ze, ver weg van scheepsschroeven en vissersnetten, voor ongeveer 9 dagen. Vervolgens duiken ze naar 2 km. Van daar uit beginnen ze hun 7 uur durende reis omhoog. Tijdens het opstijgen meten ze op ca. 70 vooringestelde dieptes T en S. Aan het oppervlak aangekomen seinen ze de meetgegevens via satelliet door naar een ontvangststation en verder naar een datacentrum. Het doorseinen duurt ongeveer een halve dag. Een cyclus is nu compleet, en de profiler gaat weer terug naar zijn veilige parkeerdiepte. Zoals al eerder opgemerkt is de oceaan groot. Om een goed beeld van de hele oceaan te krijgen zou er in ieder vierkant van 3°×3° één profiler moeten zijn - of 3000 in totaal. Dat kan alleen door internationale samenwerking. Deze wordt gecoordineerd door het Argo Project Office. Ieder instituut of land draagt in eigen verantwoording aan het projekt bij door floats te kopen en op zee uit te zetten. Op dit moment (2015) doen ongeveer 30 landen mee en is de grens van 3000 floats ruimschoots overschreden. De volgende uitdaging is dus het netwerk in stand te houden door op tijd floats te vervangen die het einde van hun leven (± 4 jaar) bereikt hebben.Op Europees niveau is in 2014 de Euro Argo ERIC opgericht (ERIC = European Research Infrastructure Consortium, een Eruopeese rechtsvorm) om de activiteiten van de Europeese Argo landen de coordineren en gesamenlijk op te treden in internationaal verband. Nederland wordt in de Euro Argo ERIC door het KNMI vertegenwoordigd. Sinds 2004 doet ook Nederland mee aan het Argo project. Op kosten van het KNMI werden toen drie profilers aangeschaft. Het onderzoeksschip Pelagia van het NIOZ heeft ze meegenomen op een reis in de Noord Atlantische Oceaan en eind augustus tussen Spanje en Rockall (een klein eiland ten westen van Schotland) te water gelaten. In de volgende jaren konden meer floats worden aangeschaft, met als voorlopig hoogtepunt 11 in 2008 (zie de lijst van Nederlandse floats hieronder). Tot begin 2015 zijn er 67 Nederlandse floats de zee in gegaan, waarvan 17 nog werken. De anderen hebben hun leeftijd bereikt. Hun batterij is leeg, en ze zijn naar de bodem van de zee gegaan. De volgende plaatjes laten het uitzetten van een float vanaf de Pelagia zien (2004). Klik op de kleine plaatjes voor een grotere afbeelding.
uitpakken, ...
![]() de handleiding goed lezen, ...
![]() overboord zetten, en ...
![]() daar gaat-ie! Bye bye!
![]() De volgende tabel bevat alle tot nu toe uitgezette Nederlandse floats. Floats met een ingevuld einddatum hebben sinds meer dan 1 maand geen gegevens meer overgezonden en zijn zeer waarschijnlijk kapot of hebben hun levensduur bereikt - de batterij is leeg. Door op de tussenkoppen te klikken krijg je een kaart van het zeegebied waar de floats zijn met darin hun afgelegde trajekten. Door op de afzonderlijke floatnummers de klikken krijg je een sectie. Bij een sectie worden alle profielen naast elkaar gelegd. Op de x-as staat de tijd (of de positie!), op de vertikale as de diepte. De plaatjes worden regelmatig ververst. List of Dutch floats deployed, ordered by deployment area and date. If the float is still working, the End date entry is left blank. Click on the area-indicator to get a map of the trajectories. Click on the float number to get a time-depth section.
In oktober 2007 kwamen de floats 6900275 en 690077 heel dicht bij elkaar (zie kaart). Dat is een goede gelegenheid om te testen of de sensoren nog goed werken. Immers, op zo'n korte afstand verwacht je geen groote verschillen in de eigenschappen van het water. De volgende afbeelding laat zien dat dat inderdaad het geval is. Met name in de diepte zijn de resultaten van de twee floats identiek. Alleen rond de diepte van 1 km zijn verschillen te zien. Dat is weer te wijten aan het Middellandse Zee Water. Het is nog niet goed met het omgevingswater gemengd. Wat een toeval! Niet alleen de floats 6900275 en 690077 kwamen in oktober 2007 heel dicht bij elkaar, maar ook 6900383 en 6900385 (zie kaart). Ook hier hebben we dus de profielen van de twee floats naast elkaar geplot. Het beeld is hier heel anders. De profielen verschillen enorm. Dat is echter niet te wijten aan falende sensoren, maar aan het feit dat de twee floats, ook al zijn ze dicht bij elkaar, in heel andere watermassa's zitten. 6900385 komt vanuit het noorden en zit in koud en zoet water. 6900387 daarentegen komt uit het zuiden en zit in warm en zout water. Over een afstand van iets meer dan 100 km heb je dus een enorm verschil in eigenschappen. De twee watermassa's botsen als het ware op elkaar. In septempber 2009 vertrok de clipper 'Stad Amsterdam' voor een eenjarige reis op de sporen van Charles Darwin. Bij deze door de VPRO georganiseerde reis was ook het KNMI betrokken. Tot de lading van de 'Stad Amsterdam' behorden drie Argo floats. In elk van de drie oceanen (Atlantic, Pacific, Indic) ging een ervan de zee in. De eerste float werd op 24 september in de buurt van de Kaapverdische Eilanden gelanceerd. Geheel volgens plan heeft deze "FitzRoy" (naar de kapitein van echte "Beagle") gedoopte float op 4 oktober 2009 zijn eerste meetgegevens naar de wal gezonden. Ze zijn via de volgende link te bekijken: Op 17 januari 2010 werd "Sequence" in de buurt van Tahiti in de Grote Oceaan gelanceerd. Zijn eerste profielen zijn hier te vinden: De derde en laatste Beagle float werd op 14 april 2010 in de Mozambique Kanaal te water gelaten. Na even ronddrivenin die knaal werd hij door de Agulhas Stroom ingevangen en in rap tempo naar het zuidelijkste punt van Afrika vervoerd, maar hij haalde net niet de Atlantik, maar keerde terug naar de Indische Oceaan: .
|
![]() |
© KNMI
|